Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Vau.] En de [18]ongerechtigheid der dochter mijns volks [19]is groter dan de zonden van Sodom, dat als [20]in een ogenblik omgekeerd werd, en [21]geen handen hadden arbeid over haar. 18. Men kan door de woorden ongerechtigheid en zonde hier verstaan of ongerechtigheid en zonde zelve, of de straffen van die. Zie Lev.5:1. 19. Zo ten aanzien der straf zelve als ten aanzien van de duurzaamheid derzelve. 20. Dat is, haastelijk, plotseling, onvoorziens, gelijk Ps.6:11; zie Gen.19:25; Ezech.16:46,47, enz. 21. Dat is, mensenhanden hebben geen moeite gehad om Sodom uit te roeien, maar God heeft het gedaan zonder middel van mensen; maar met Jeruzalem is het geheel anders geweest. Anders: daar bleven geen handen aan, of in hen, dat is gene kracht; zij werden in der haast geheel vernield, daartegen in het Joodse land en in Jeruzalem zijn de legers der Chaldeen lang gebleven, het volk steeds kwellende en plagende; Sodom werd plotseling en als in een ogenblik het onderst boven gekeerd [Gen.19:] door de hand Gods, zonder dat er legers van soldaten toe zijn gebruikt geworden.